Samen méér grip op de winter

In een land waarin het zelfs in de meteorologische lente nog flink kan vriezen, is grip op het wegdek des te belangrijker. Letterlijk en figuurlijk. Christian van Baal, directeur van BG-Engineering, vertelt ons over de bijdrage van actuele ‘wegdekdata’ voor verkeersveiligheid.

“Door efficiënt te strooien sparen we kosten én het milieu!”

Onder het mom “Samen méér grip op de winter!” ontwikkelde BG-Engineering de website strooit.nu voor de Provincie Noord-Holland. Daar zie je bijvoorbeeld of er gestrooid is op de route naar je werk. Is dat het geval? Dan stap je beter voorbereid de auto in!

Het is een wat technisch verhaal, dat van proactieve gladheiddetectie. Door het hele land zijn er in totaal 600 meetpunten en dus minimaal 1800 roestvrijstalen schijven (sensoren) in het wegdek geplaatst. Deze staan direct in verbinding met een netwerk van meetstations nabij. BG-Engineering beheert 120 meetpunten in Nederland. De techniek erachter heeft zich inmiddels dubbel en dwars bewezen, vertelt algemeen directeur Christian van Baal.

Zijn vader Leon van Baal en compagnon Peter Graafland zijn de breinen achter deze wegdeksensoren, die Van Baal senior bijna 50 jaar geleden in dienst van Rijkswaterstaat mede-ontwikkelde. Christian: “Vanaf 1989 besloten mijn vader en zijn compagnon zich zelfstandig toe te leggen op gladheidmeldsystemen voor provincies en gemeenten.”

Het Rotterdamse bedrijf BG-Engineering is het resultaat. Samen met Patrick Bachofner en Sebastiaan Oosterwaal nam Christian van Baal het stokje van zijn vader over.

Vanaf 2009 startte het bedrijf met de dienst Strooiactie Management, door strooiwagens met GPS te volgen. Informatievoorziening voor burgers was vervolgens een logische stap. Christian: “Die informatie was er al voor neerslag en filemeldingen, dus waarom niet voor de actuele status van de weg?” Tot dan toe moest de burger het doen met de melding ‘code geel’, via radio of tv. Veel te globaal, zegt Christian. “Wij besloten toen, in overleg met de Provincie Noord-Holland, om hun beschikbare GMS-data in te zetten ten behoeve van informatievoorziening voor burgers, over de status van het wegdek.”

“Preventief strooien bespaart veel potentiële ellende, maar het kan altijd beter. We willen nu de burgers actief betrekken in het delen van informatie.”

Vroeger

Vroeger werd er geschouwd: deskundigen gingen de weg op om de situatie zelf te bekijken en scenario’s te voorspellen. Dit gebeurde niet op basis van concrete gegevens van de weg, zoals nu. Het gevolg: er werd onnodig veel zout gestrooid. Christian: “Tegenwoordig meten we de gesteldheid van het wegdek door een voltage te zetten op twee roestvrijstalen schijven. Op basis van de resultaten kunnen wegbeheerders gerichter strooien.” Stapte men vroeger naar buiten om te zien of het wegdek glinsterde, nu berust het vertrouwen op de twee roestvrijstalen schijven in het wegdek.

Geld besparen

Deze actuele wegdekdata draagt niet alleen bij aan betere voorbereiding en meer veiligheid op de weg, maar ook aan kostenbesparingen. Door gericht te strooien op basis van feitelijke informatie, zijn er minder strooiacties en dus minder zout nodig. Dat bespaart geld. Uit diverse rapporten blijkt dat dit maar liefst twintig procent scheelt op de jaarlijkse ‘gladheidkosten’. Natstrooien draagt hier ook aan bij. Christian: “Met droog zout had je verkeer nodig voor vocht en wrijving op het wegdek. Nat strooien werkt direct, blijft op de “juiste” plek liggen en bespaart bovendien nog meer zout.”

Meten is weten

Of het koud is, voelen we wel. Maar hoe koud is het wegdek precies? Dat voelen we niet en is bovendien per plek verschillend. Omdat één graad al het verschil kan maken tussen wel of niet glad, is meten van belang. De meetpunten van BG-Engineering bevinden zich op de koudste locaties van een gebied. Met infraroodmetingen wordt er een overzicht gemaakt van de koudste plekken in de regio. Is het daar -2 graden? Dan wordt het op andere plekken in dat gebied sowieso warmer. Christian: “Dat gaat al bijna vijftig jaar zo.” Hoe, zo? “De mate van geleiding wordt bepaald door de vochtigheid van het wegdek op dat moment. Het systeem berekent bovendien hoeveel restzout er nog ligt en of dit voldoende is voor de optredende gladheid.” Een gladheidcoördinator beslist vervolgens of er gestrooid wordt en zo ja, met hoeveel zout. Alleen al in Noord-Holland zijn er 34 meetsystemen die representatief zijn voor het hele gebied. De wegdeksensoren in het wegdek zijn in vijftig jaar nauwelijks veranderd. “Die schijven zijn relatief goedkoop, sterk en kunnen zo’n 10 jaar meegaan. Waarom zou je dat dan veranderen?”

“Extra strooien als er nog voldoende zout ligt haalt niets uit!”

Bevriezingsgrens verlagen

Het wegdek levert gegevens. Bijvoorbeeld: het is koud, maar droog. Het is dan niet glad. Soms is het koud, maar ligt er nog voldoende zout. Ook dan is strooien niet, of in mindere mate, nodig. Het zout werkt op een specifieke manier, vertelt Christian. “Door zout te strooien, verlaag je de bevriezingsgrens naar -7 graden. Bij -9 graden moet je dus dubbel strooien, want de eerste 7 tot 10 gram zout werken maar tot -7 graden. Strooi je daar nog een keer bovenop, dan verlaag je die grens naar -14 graden.” Het zijn temperaturen die we in Nederland – gelukkig – niet vaak meemaken.

 

Samen besluiten

Op basis van de meetresultaten heeft de wegbeheerder contact met haar weerbureau. Waarom, want alle benodigde data is toch beschikbaar? Christian: “Deels. Met een weerbureau wordt extra overlegd. Het is fijn om een second opinion te hebben en beslissingen hierover niet alleen te nemen. Bovendien heeft een weerbureau meer inzicht in wat het weer op de langere termijn gaat doen. Een leuke situatie is bijvoorbeeld een temperatuur van 2 graden bij bewolking én een plaatselijke opklaring (een gat in het wolkendek). Plaatselijk kan de temperatuur dan flink dalen. Meteorologen zien dit aankomen. Wij hebben dus de actuele status van het wegdek, zij hebben de prognoses met betrekking tot het weer.”

“Wij werken voor iedereen die belast is met het vrij en veilig houden van de wegen.”

Hoe sneller, hoe beter

Samen met de Provincie Noord-Holland ontwikkelde BG-Engineering de website strooit.nu, voor inzicht in actuele wegdekdata. Christian wil de dienstverlening van BG-Engineering nog verder uitbouwen: “Ik wil dat iemand die van Amsterdam naar Den Helder gaat, automatisch een gladheidmelding krijgt, nog voordat hij in de auto stapt.” Hoe sneller, hoe beter? Wat Christian betreft wel. “Het meten van vocht gaf een enorme impuls in gladheidpreventie. Vroeger ging dat vaak curatief, met de mogelijkheid net te laat te zijn. Nu hebben we alle kennis om preventief te kunnen strooien. Dat bespaart veel ellende en potentiële blikschade, of erger.” Wat hem betreft sluiten ook andere gemeenten en provincies zich aan bij strooit.nu. “Wij werken voor iedereen die belast is met het vrij en veilig houden van de wegen.”

Strooit.nu moet uitgroeien tot een dynamisch platform voor heel Nederland. Het is zo gebouwd dat nieuwe klanten makkelijk zijn bij te schalen. “Daarnaast willen we ook burgers oproepen om meer informatie te delen die we via het platform kunnen tonen,” vertelt Jeroen Moerman. Hij is sinds dit jaar werkzaam bij BG-Engineering en mede verantwoordelijk voor de ontwikkeling van Strooi.nu.

Gladheid voorbij

En dan is het mei: de gladheid is voorlopig echt voorbij. Wat doet BG-Engineering in de zomer? Christian: “We zitten dan zeker niet stil! We volgen de veranderingen op de markt, er vindt veel onderhoud plaats, meetkasten worden gereinigd en onderdelen vervangen. We evalueren de afgelopen winter en maken plannen voor de volgende winter.” Onderhoud, evaluatie en innovatie staan tijdens de zomer dus op de agenda. En vooruit, misschien ook een vakantie naar de zon.